Dit is een echt familierecept. Mijn mama maakt het vaak als de kinderen en kleinkinderen op bezoek zijn. Het sap van de gekookte rode bieten kan je trouwens gebruiken voor recept 8.
Ingrediënten voor 4 personen
Voor de vis
3 grote verse rode bieten
8 bloemige aardappelen
50 g boter op kamertemperatuur
150 ml melk
1 snuifje peper en zout
1 snuifje nootmuskaat
800 g kabeljauw
Voor de saus
2 sjalotten
100 g boter
190 ml visbouillon
125 ml room
3 el mosterd
Sap van ¼ citroen
Aan de slag
Schil de rode bieten en snijd ze in kleine stukken. Kook ze zacht in 1.5 liter water. Kook intussen ook de aardappelen zacht in gezouten water.
Bak de kabeljauw in een pan en kruid goed met peper en zout. Giet de bieten en aardappelen af als ze klaar zijn en recupereer het kookvocht van de rode bieten, je kunt dit gebruiken voor recept 8. Voeg de bieten en aardappelen samen en stamp ze fijn met de boter, melk, peper, zout en nootmuskaat.
Hak de sjalotten fijn en smelt boter in een steelpan. Voeg de sjalotten toe en laat ze mooi lichtbruin bakken. Voeg de visbouillon toe en laat het vocht tot de helft inkoken. Voeg de room toe, laat langzaam indikken en werk af met mosterd en citroensap. Serveer de puree met de kabeljauw en werk af met het mosterdsausje.